Wanneer ik op stap ga en een ritje met mijn rooie rakker ga maken, ga ik altijd eerst even bij de pomp aftanken en de banden op spanning laten brengen. Als dat geregeld is kan ik met een gerust hart de weg op. Ik prefereer tegenwoordig de snelwegen te mijden en neem de route zonder. Deze voert mij langs het water, de polder in richting het Gooi van Amsterdam, naar Amstelveen. Naar mijn schrijf en taal maatje. Ik vind autorijden helemaal geen straf en heb een heel betrouwbaar exemplaar waarmee ik, zij het veel minder dan vroeger, over s ’heren wegen cross. Ik ben aardig vroeg op pad en het is lekker rustig onderweg. Ik overleg voor die tijd nog even met vriendin of ik de goeie route heb uitgezocht. Nou dat heb ik zeker, als ik maar de eerste afslag Ouderkerk aan de Amstel in de gaten hou, want daar moet ik eraf. Half Amstelveen ligt namelijk in de sloop en verbouw dus aan wegomleggingen en de bijbehorende borden die zowat het hele alfabet bestrijken, geen gebrek. Ik vertrouw gewoon op wat mijn ouderwetse Tommie me toeschreeuwt en ga op pad.
Ik kom tot stilstand, voor een slagboom naast een kaartjesautomaat, de tweede van vandaag. Maar ik wil helemaal geen kaartje! Ik wil eruit! Ik bewaar mijn kalmte en druk stoïcijns op het knopje met de bel. Het geluid galmt over de lege parkeervakken de garage in. Na enkele seconden klinkt er een stem uit de speaker die mij vraagt waarmee hij mij van dienst kan zijn. Ik leg de situatie uit en vertel hem dat ik door een wegomlegging de garage ingestuurd ben en nu voor een slagboom sta die niet opengaat, dan hoor ik plotseling flink gekijf uit de speaker komen, een schelle damesstem tettert dwars door ons gesprek heen en het is opeens een kakofonie van geluiden. Een keiharde ordinaire scheldpartij van de vrouwelijke stem en een keihard maar fatsoenlijk verzoek om daarmee op te houden van de man die bezig is mij te woord te staan. Volgens mij schieten spontaan de scheuren, van deze decibel overschrijdende schreeuwpartij, in de volledige Chinese muur. De dame pruttelt door en ik hoor dat de persoon die zij aan de lijn had, haar bedreigde en dat hoeft zij niet te pikken toch? Ik blijf uiterst kalm en waakzaam. Mijn missie is om weg te komen en een beetje snel graag. Ik verzoek de dame dan ook op een zeer nette maar dringende manier haar schuiflade zachtjes te sluiten en dicht te houden, waar zij tot mijn verbazing meteen gehoor aan geeft en dat is maar goed ook, want achter mij is inmiddels een hele dure dikke auto met een echtpaar van middelbare leeftijd in de rij geschoven. Nu wil het, dat ik vrij korte armen heb en mijn auto zo dicht mogelijk met het raam bij het apparaat moet zetten anders kan ik niet bij de knopjes en de kaartjes uitspuuger. Ik sta dit keer wel heel dichtbij en kan dus niet uitstappen om de mensen achter mij te waarschuwen dat het misschien iets langer gaat duren. Ik kan niet voor of achteruit. Ik wacht gelaten af totdat de man achter de microfoon terugkeert en mij verdere instructies gaat geven om uit deze positie te kunnen geraken. Hij moest even met zijn leidinggevende overleggen. Gelukkig wacht het echtpaar ook heel rustig, die zijn kennelijk wel wat gewend op dit gebied, denk ik zomaar. Kra kraak zegt de luidspreker en daar is mijn verlosser.
U trekt gewoon een kaartje uit de automaat en dan mag u binnen nu en twintig minuten uitrijden. ‘Fijn dank u wel’ zeg ik tegen de stem. Hartelijk dank voor de hulp. Ik doe zoals mij is opgedragen en rijd de nog steeds lege garage binnen op weg naar het bordje UIT. Dan sta ik opeens buiten tussen het gele alfabet aan wegomlegging borden. Tommie pakt het weer op, zie ik op zijn schermpje en laat ik nu toch gewoon mijn weg kunnen vervolgen…Ik ben met stomheid geslagen en krijg ter plekke de slappe lach van deze film. Zou ik door de garage geloodst zijn en hierdoor een stukje narigheid hebben overgeslagen? Ik zit precies op het goede baanvak en vervolg mijn weg. Een kwartiertje later rijd ik de straat in waar mijn lief vriendinnetje al staat te wachten. Parkeerplek voor de deur. Buskaarten in de hand, gaan wij op pad voor de
Tweede akte:
Gelukkig hoeven wij niet ver te lopen naar de bushalte en komt de bus er meteen aan, om ons na een halte of drie af te zetten bij het winkelcentrum waar wij regelrecht inlopen. Ik loop mijn vriendin achterna die iets grotere stappen neemt dan ik, zij is dan ook iets langer.
Wij genieten van elkaars verhalen en smullen van de overheerlijke gerechten. Dit is voor deze levensgenieter weer eens echt een ouderwets dagje uit. Ik voel me feestelijk vandaag. Het is niet echt koud, het weer zit mee, hoewel er een aardig straf windje staat dat het toch wel wat frisjes maakt, duiken wij snel de warmte van de favoriete plek van Ing in. ‘Boekhandel Venstra.’Dat zij daar graag en veelvuldig naar binnen stapt, snap ik helemaal. Deze winkel, compleet met coffee-corner, leeshoekjes en op de eerste verdieping de bibliotheek, is dan ook wel heel uitnodigend. Meteen maken wij kennis met een leuke boekverkoper, die samen met ons een rustig hoekje opzoekt om het over mijn boeken te kunnen hebben.
Hij luistert aandachtig en tikt de gegevens in op de computer, besteld meteen een exemplaar van ‘de barones von Habeniks’ dat als het goed is dinsdag arriveert en een plekje in de winkel krijgt. Hier word ik toch zo blij van. Wat hebben wij het naar ons zin. Hier kan ik wel een paar uur rondstruinen. Ing laat me haar schrijfhoekje zien in de coffee-corner. ‘Zullen wij aan de mint-thee gaan en appelgebak met slagroom?’ opper ik. Dat doen wij, zondigen bestaat niet en het gebak gaat erin als Gods woord in een ouderling.
De vermoeidheid speelt mij parten en begint in de namiddag toe te slaan. Het lopen gaat mij steeds moeilijker af. Wij besluiten de bus terug te nemen en daarna ga ik meteen rijden. Dan ben ik zo tegen half vijf thuis. Wij hebben allebei genoten van dit dagje uit. Dit houden we erin.
Derde akte:
Ik delegeer Tommie naar huis en die brengt mij keurig tot aan Diemen. Daar begint het gedonder weer. Ook daar doen ze aan verbouwen en weg werkzaamheden en natuurlijk rijd ik verkeerd waardoor ik weer een stukje grote weg moet nemen. Het is een stukje met drie banen en een afslag naar rechts. Plotseling zegt Tommie dat ik links aan moet houden. Ik kijk in mijn spiegels het is doodstil op dat stukje weg en ik kijk als extra altijd nog even over mijn schouder naar voordat ik mijn knipperlicht aanzet en naar links stuur. Opeens hoor ik een keiharde toeter, waardoor ik automatisch uitwijk terug naar rechts in een fractie van een seconde zie ik dat de rechterbaan leeg is. Diegene moest keihard remmen en mist op een haar na mijn auto om mij voorbij te schieten en de afslag te nemen. Weer neemt de kalmte het over. In die luttele seconden sla ik mijn hand voor mijn mond. Deze had ik niet zien aankomen. Als ik het achteraf, wanneer ik veilig thuis ben nog eens reconstrueer, weet ik dat ik met beide armen in de hoogte, sorry heb gezegd. Ik had haar (het was een chauffeuse) absoluut niet gezien. Ze kwam uit het niets en verdween in het niets en gek genoeg was ik niet eens geschrokken. Dat komt bij mij altijd iets later.
Ik heb mijn leger engelen bedankt, want deze hebben weer overuren gedraaid. Gelukkig is het voor beide partijen goed afgelopen.Ik was bij thuiskomst heel vermoeid, maar heb genoten en had deze dag voor geen goud willen missen. Dank je wel lieve Ing.De aardige boekverkoper is inmiddels vrienden op fb.
Mijn suiker stond vanochtend keurig op 7.0.
Het is een heerlijke rustige schrijfzondag geworden, iets om ook weer heel dankbaar voor te zijn en dat ben ik zeker.
J©sephientje 29-5-2022
Reacties
Een reactie posten