Doorgaan naar hoofdcontent

De jeugd van tegenwoordig.






Ik sta voor de toonbank bij het postkantoor te wachten totdat ik mijn post kan afgeven.
Er gaat weer een gesigneerd exemplaar van ‘Leven vanuit verzet’ de deur uit naar een nieuwe lezer.
Voor mij staat een lange, stevig uitziende jongen. Hij geeft zijn pakketje af, draait zich om en zegt tegen mij’ gaat u maar voor hoor mevrouw, ik moet nog even wachten.’ Oh wat aardig’ toeter ik terug en zet mijn allerliefste glimlach op. Hij stapt opzij en ik doe een stap naar voren.  Leg mijn pakketje braaf op de toonbank en geef aan, dat ik dit met track & trace code wil versturen. Dat doe ik tegenwoordig altijd, nadat er eens een boek zoekgeraakt is.
Dan krijg ik vriendelijk van de dame achter de toonbank te horen, dat ik helaas ook even moet wachten. Zij is een collega aan het inwerken en moet haar nog wat handelingen voordoen. Ik doe een stap terug en zeg tegen de jongeman’ ga jij maar weer hoor, jij was er eerder dan ik.’ We wisselen lachend van plaats en grappen nog wat tegen elkaar terwijl hij het pakje in de sleuf van de postkantoor-brievenbus laat glijden. Achter mij in de rij zijn inmiddels nog twee dames aangeschoven. Hij verlaat het pand en zwaait gedag, ik zwaai terug. 
Tot mijn grote schrik en verbazing, zie ik dat de dame van de post over het geschreven adres van mijn postpakketje een sticker plakt met een QR of streepjescode. Dit is nieuw voor mij, dus ik vraag verbaasd of dit de gewoonte tegenwoordig is. Ik laat mij uitleggen dat dit het allernieuwste is (jaja?) en vanaf nu dus gebruikt gaat worden. Het ding leest immers vanuit zichzelf alles, dus ook naam adres en woonplaats van de ontvanger. Ik haal mijn wenkbrauwen op, draai kennelijk mijn hoofd een klein stukje en zie vanuit mijn ooghoeken de aardige jongeman weer terugkomen met een bedremmeld gezicht, zijn track & trace bonnetje in de hand. Hij wacht geduldig af, achterin de rij. 
Dan schiet iemand van het personeel hem te hulp. Hij heeft kennelijk de ongeruste blik gevangen in de ogen van de jongen en vraagt waarmee hij hem kan helpen en of er iets fout is gegaan.
Hij mag plaats nemen bij de andere kassa die aangesloten naast deze staat en daarnet nog dicht was. De jongen doet zijn verhaal en zegt’ Volgens mij heeft dat ding, hij wijst daarbij naar de scanner, iets verkeerd gescand, Ik had Den Haag ingevuld en nu scant hij heel iets anders.
Hij is bezorgd en lichtelijk verontwaardigd als de verkoper achter de toonbank vraagt of hij het bonnetje aan hem wil geven zodat hij kan zien wat er opstaat.
Hij leest hardop en zegt met een grijns op zijn gezicht ’s-Gravenhage? Dat klopt als een bus! Dat klopt helemaal niet, zegt de jongen met lichtelijke stemverheffing. Ik heb er den Haag opgezet en dat moet het zijn.
Dan roept het wachtende trio dames incluis mijzelf, bijna in koor 
‘s-Gravenhage was de benaming voor den Haag in de vorige eeuw dus die benaming is heel ouderwets, bijna antiek.
Den haag heette vroegah ’s-Gravenhage. De jongeman slaakt een diepe zucht.. en wij lachen hardop. ‘Hoe kan ik dan nu weten,’ stamelt de leukerd en hij kleurt, want tegen dit drietal is hij niet opgewassen.
Wij herhalen het voor de zekerheid nog maar een keer, luid en duidelijk den Haag was vroegah ‘s-Gravenhage! Het wordt een vrolijke boel en is met recht een pak (ketje) van zijn hart. Opgelucht verlaat hij het filiaal, dat doe ik dus ook. Ik ga de visboer maar eens plunderen.
Een ding weet ik heel zeker, deze ontmoeting vergeet hij nooit meer en dat wat hij ter plekke leerde ook niet. En nu wil ik niets meer horen over de jeugd van tegenwoordig… Want geloof mij, je hebt er schatjes bij! 

J©sephientje 22-4-2022

Reacties

Populaire posts van deze blog

SEPTEMBER

  September  Wanneer wij, (het volledige stoksjok team) moedig op pad gaan, een klein beetje regen trotserend, hebben wij het helemaal naar ons zin op de heide. Wat is het weer genieten met een grote G. Dit nodigt uit tot het maken van mooie plaatjes van de in het oog vallende, eerste paddenstoelen in deze aanloop naar de herfst. Na de eerste loopronde, rusten wij altijd even uit bij ‘Tante Jans’ het half vergane en bijna gesloopte dierbare bankje doet nog prima dienst als uitrust plek voor deze twee ijverige stoksjokkers van Nederland. We puffen even uit en bekijken de geschoten plaatjes, maar genieten vooral van de rust en stilte op dit vroege tijdstip.   FOUT! Helemaal FOUT.  Achter ons ligt een stuk uitgestrekte heide dat zich in al haar kleurenpracht toont, alleen daar al wordt je stil. Plotseling horen wij, uit het niets, flarden van heel druk gepraat. Wij kijken elkaar aan en hebben zoiets van ‘moet dat nou zo nodig?’ weg serene rust, weg stilte. Wanneer wij o...

ongewenst bezoek

                                  Hoog bezoek. Op een zonnige dag een aantal weken terug, zie ik wanneer ik op mijn bescheiden balkonnetje van het ochtend zonnetje sta te genieten en mijn rek en strekoefeningen doe, tot mijn grote verbazing opeens twee wespen af en aanvliegen. Zij scheren over mijn hoofd richting het plafonnetje en kruipen de ruimte in van het kleine muurtje in een richel tussen het hout en het beton. Ik sla hier echter niet zoveel acht op, ‘leven en laten leven’ is mijn motto en ga gewoon doen wat ik moet doen. Na ongeveer een week, zijn het opeens zomaar vier, vijf ,zes van die geel gestreepte beestjes. Dan begint het een beetje tot mij door te dringen, dat dit wel eens het begin zou kunnen zijn van een nest. Ik heb ooit eens een grote wesp zien knagen aan een houten terrastafel en stukjes hout tot pulp zien vermalen met zijn kaken, vernuftig bouwmateriaal voor een nest, dus ik begin ...

Feest...

Feest… Afgelopen zaterdag was het feest. De boekpresentatie van collega schrijfster en vriendin Carlita van Rossum was eindelijk een feit.Door alle gedoe met corona, werd alles al een aantal keren uitgesteld, maar zaterdag was het dan zover.  Ik was uitgenodigd om de aankondiging te doen en voelde me zeer vereerd. Niet alleen met deze taak, maar ook om haar bij te staan vanwege alle zenuwen die zo’n presentatie teweeg brengt en om Carlita te steunen haar ZEN te bewaren. Ik moet zeggen dat spreken voor een flink aantal mensen mij geen angst in boezemt, maar speechen voor mij ook geen dagelijkse kost is en ook ik een gezonde spanning voelde toen ik achter de microfoon plaatsnam.  Ik perste de eerste zinnen voor mijn gevoel hakkelend mijn stembanden uit, maar daarna liep het gesmeerd en kon ik met veel welgemeend genoegen mijn lieve collega een pluim op haar hoed geven voor haar schrijfwerk en zeker voor haar laatste dichtbundel, waar het gevoel haar de diepte in liet gaan die de...